Tessa Afshar - In de keuken van de koningin
Historische roman
De ochtendzon hing als een bleke schijf boven Susa toen Saraya voor het eerst door de stadspoorten liep.
De hoofdstad van het Perzische rijk bruiste al vroeg: handelaars riepen hun waren uit, soldaten marcheerden langs de brede hoofdweg en overal verspreidden kruidenverkopers geuren die nieuw voor haar waren—sumak, koriander, saffraan.
Alles voelde groter dan zijzelf, overweldigend bijna.
Saraya was niet uit vrije wil naar Susa gekomen.
Haar jeugd, gekleurd door kille woorden en het gevoel nooit genoeg te zijn, had haar weinig houvast gegeven.
Maar het paleis van koning Xerxes was een wereld apart, een plaats waar duizenden mensen werkten, van schrijvers en wachters tot wevers, wijnschenkers en koks.
En uitgerekend daar, in de enorme koninklijke keuken, kreeg Saraya een functie toegewezen.
Die keuken was een stad op zichzelf.
Honderden medewerkers, elk met een eigen taak: het schoonmaken van vis, het bereiden van granen, het malen van kruiden, het bakken van brood in grote ovens die de hele dag heet stonden.
Het was een plek van discipline, hiërarchie en constante beweging, waar het ritme werd bepaald door de maaltijden van het hof en de protocollen van Perzische gastvrijheid.
Saraya merkte al snel dat ze een zintuig had voor smaken—voor het subtiele verschil tussen te veel komijn en precies genoeg, voor het moment waarop een stoofpot klaar was, nog vóór iemand anders het kon proeven.
Maar talent alleen beschermde haar niet tegen de jaloezie en rivaliteit die in de keuken net zo bekend waren als het geluid van kloppende messen.
Intussen speelde zich elders in het paleis iets anders af.
De nieuwe koningin, Esther, een Joodse vrouw die haar afkomst verborgen moest houden, probeerde haar plek te vinden in een wereld vol politieke spanningen en hofintriges.
Voor Saraya was zij aanvankelijk slechts een naam, een gerucht dat door de gangen schoof.
Maar naarmate de gebeurtenissen aan het hof zich opstapelden, begon Saraya’s werk dichter bij de kern van het verhaal te komen dan ze ooit had gedacht.
Ze ontmoette mensen die haar leven veranderden - een vriendelijke kruidenmeester die haar geduld leerde, een stille wachter die meer zag dan hij zei, en vrouwen die, net als zij, hun weg zochten in een wereld die hen zelden een stem gaf.
In deze onverwachte gemeenschap vond Saraya iets dat ze in haar jeugd nooit had ervaren: een plek waar ze niet alleen werkte, maar ook werd gezien.
En terwijl Esther langzaam haar rol als koningin én beschermster van haar volk omarmde, ontdekte Saraya dat ook haar eigen leven verweven raakte met gebeurtenissen die veel verder reikten dan de muren van de keuken.
Tussen het hakken van uien, het kneden van deeg en het zorgvuldige mengen van kruiden vond Saraya iets wat ze nooit had durven verwachten: een groeiende zekerheid dat ook zij een rol had in de wereld, dat haar stem telde en dat er een God was die haar leven al lang in het oog hield.